De titel van dit artikel is misschien wel de meest gehoorde wens van klanten van vermogensbeheerders. Vanuit commercieel oogpunt hebben veel beheerders de neiging om deze vraag met ‘ja’ te beantwoorden, omdat dit de kans dat u bij hen klant wordt vergroot, natuurlijk. Maar de meeste klanten realiseren zich niet, dat het risico daarmee evenredig hard stijgt. Bij Stoic ontdoen we vermogensbeheer van de ‘hebberige’ emoties en zien we de vraag naar meer rendement puur als behoeftebevrediging op de korte termijn. Het lijkt daarmee op te veel en te vet eten: heerlijk op het moment dat u het proeft, maar zeer slecht voor uw gezondheid op de lange termijn. Hoe dat precies zit, leest u hieronder.
U bent op zoek naar een vermogensbeheerder. Daarom bezoekt u een online vergelijker zoals Finner.nl en daar vergelijkt u de rendementen van de verschillende vermogensbeheerders. U wilt immers in zee met de vermogensbeheerder met het hoogste rendement, toch? Helaas is dat niet altijd de verstandigste keuze.
In de financiële wereld is rendement de prijs van risico. Een hoog rendement betekent automatisch dat er grote risico’s genomen worden. Als het allemaal naar wens verloopt resulteert dat inderdaad in een hoog rendement. Maar als het tegen zit, dan verliest u net zo hard uw geld. Kortom: de wens veel risico nemen is niet zo goed voor uw gemoedsrust.
Risico’s worden door vermogensbeheerders afgedekt door een obligatiegedeelte in uw beleggingsportefeuille. Obligaties zijn namelijk niks anders dan verstrekte leningen, waarop u een gegarandeerde rente ontvangt. U weet van tevoren dus hoeveel u gaat verdienen, wat bij beleggen in aandelen nog maar de vraag is. Daarmee is het risico van obligaties dus klein. Dat is dan ook de reden dat de rendementen op obligaties heel laag zijn. Obligaties zijn er dan ook niet zozeer voor de return on the money, maar voor de return of the money: U verdient weliswaar niet zo veel, maar u weet wel vrij zeker dat uw vermogen aan het einde van de looptijd nog intact is.
Hoe meer uw vermogen in ‘risicovolle’ aandelen wordt belegd, hoe minder er overblijft voor ‘risicomijdende’ obligaties en dus hoe meer risico u loopt. Echter, u ziet op een vergelijkingssite dat een 50-50 portefeuille van Vermogensbeheerder X een veel hoger rendement scoort dan dezelfde 50-50 portefeuille bij Vermogensbeheerder Y. Daarbij betekent 50-50 in beide gevallen dat er 50% in aandelen is belegt en 50% in obligaties. Die rendementen zouden elkaar dan toch niet zoveel moeten ontlopen? Hoezo is er dan toch een groot verschil in rendement?
Ten eerste kan dit veroorzaakt worden door de ‘actieve’ selectie van specifieke aandelen. Beheerder X heeft in het betreffende jaar toevallig precies in de goed presterende aandelen belegd en Beheerder Y niet. Probleem is alleen dat helemaal niemand een werkende glazen bol heeft en daarmee niemand in staat is om jaar in jaar uit exact de juiste aandelen te vinden. De kans is dus levensgroot dat de daarop volgende jaren Vermogensbeheerder X er juist helemaal naast zit – zie hier het risico. Daarom kunt u veel beter rendementen over een langere periode met elkaar vergelijken. Dat zegt meer over de prestaties van een vermogensbeheerder. En bij Stoic hebben we besloten om überhaupt niet meer aan ‘voorspellen’ te doen. Wij beleggen uw geld gewoon ultra-passief in alle aandelen ter wereld, om uw vermogen zo rustig mee te laten groeien met de inflatie en de wereldeconomie. Dan kun je er nooit ‘naast’ zitten, met alle gevolgen van dien.
Maar het wordt pas echt dubieus als we naar het obligatiegedeelte gaan kijken. Veel klanten hebben het idee dat een 50-50 portefeuille bij beide partijen een relatief veilige portefeuille is, omdat er bij beiden voor 50% in obligaties wordt belegd. Alleen: de ene obligatie is de andere niet.
Om het rendement van een portefeuille op te krikken, is het is een veel voorkomende truc om het obligatiegedeelte ‘stiekem’ te beleggen in risicovollere obligaties. Denk aan obligaties aan bedrijven die niet zo lekker lopen of staatobligaties van landen met een hele slechte financiële situatie in plaats van oerdegelijke Duitse staatsobligaties. Vanwege het grotere risico, zijn de rendementen daarop hoger. En zo kan de vermogensbeheerder nog steeds met droge ogen zeggen dat 50% in risicomijdende obligaties wordt belegd, maar dat het rendement toch veel hoger is dan dat van de concurrent.
Klinkt aantrekkelijk, maar het is in feite gewoon oneerlijk: u loopt namelijk veel meer risico dan u op basis van de 50-50 verdeling denkt te lopen. Allemaal leuk als alles goed blijft gaan. Maar als het even tegen zit, zijn de rapen gaar, terwijl de vermogensbeheerder de lachende derde is: u bent immers wel klant geworden. Het slechte resultaat wordt aan u verkocht als “Tja, de economie zat even tegen. Dat zag niemand aankomen. Jammer. Volgend jaar beter, hopelijk.”
Het rendement van een 50-50 portefeuille uit het voorbeeld met daarin ‘risicovollere’ obligaties, zou u dus eigenlijk moeten vergelijken met bijvoorbeeld een 70-30 portefeuille (30% obligaties) bij een andere vermogensbeheerder, waarbij het obligatiegedeelte wel gewoon uit degelijke, risicomijdende obligaties bestaat. Dat is een veel eerlijkere vergelijking en dan is het verschil tussen de rendementen ineens veel minder groot. Helaas is het lastig voor u als consument om achter de samenstelling van het obligatiegedeelte te komen. Bij Stoic kunt u er overigens op vertrouwen dat het obligatiegedeelte wél uit degelijke, risicomijdende obligaties bestaat.
Tot zover over de listigheid van het vergelijken van rendementen. Laten we nu nog even ingaan op de wens naar meer rendement zélf. Een hele begrijpelijke en vooral ook menselijke wens, wat ons betreft. Alleen is er één probleem: rendementen laten zich onmogelijk voorspellen. Want soms zit het mee en soms zit het tegen, niet waar.
Bij Stoic hanteren we het stoïcijnse standpunt dat men het beste afstand kan nemen tot alles wat niet gecontroleerd kan worden. In plaats van ons druk te maken om het behalen van hogere rendementen, met alle risico’s van dien, focussen we ons enkel op de zaken die we wel kunnen controleren en die ook van invloed zijn op het rendement: kosten en looptijd.
Rendement en kosten:
Deze is extreem eenvoudig. Hoe minder kosten, hoe meer rendement er over blijft. En kosten hebben we bij Stoic natuurlijk zelf onder controle. Daarom hanteren wij de allerlaagste kosten in de markt. Simpel. Hier leest u meer over kosten.
Rendement en looptijd:
Looptijd hebben we ook zelf in de hand. U moet weten dat de looptijd veel invloed heeft op het risico, en daarmee op het rendement dat wij voor u realiseren. Als u uw vermogen slechts vijf jaar kunt missen, dan is het veel te risicovol om het volledig in aandelen te beleggen. Koersschommelingen zijn immers onvoorspelbaar en over vijf jaar zou de koers zomaar lager kunnen staan dan nu, met een negatief rendement tot gevolg. Wij adviseren u bij een korte looptijd toch vooral in obligaties te beleggen.
Kunt u uw geld echter langer dan 10 jaar missen, dan is het ineens geen enkel probleem meer om uw vermogen volledig in alle aandelen wereldwijd te beleggen, met de bijbehorende kans op hogere rendementen. De economische historie vertelt ons namelijk dat het gemiddeld genomen zo’n 10 jaar duurt totdat de beurs is hersteld van een crisis. Dat is een feit. Bij de corona crisis duurde het herstel dus een maand of 9. Bij de beruchte beurscrash van 1929 duurde dat 14 jaar: dat is de langste herstelperiode ooit gemeten.
In het aller slechtste geval maakt uw geld in de periode dat u het op de beurs belegt een enorme crisis door. Gewoon stoïcijns ‘blijven zitten’ is dan het devies, want op basis van historische data is de kans dus levensgroot dat uw geld over zo’n 10 jaar weer minimaal evenveel waard als nu. En daar bovenop heeft u tussentijds natuurlijk wel alle dividenduitkeringen ontvangen.
Bij Stoic zeggen we dan ook: maakt u zich niet druk om hoge rendementen. Die laten zich namelijk toch niet voorspellen. Zorg in plaats daarvan voor extreem lage kosten en maak handig gebruik van uw looptijd, dan volgt de rest vanzelf. Kijk maar: onze rendementen zijn veel beter dan die van de gemiddelde Nederlandse vermogensbeheerder. Zo heeft u uiteindelijk toch wat u wilt.