De stoïcijnse blik 11 minuten lezen

De rol en risico’s van obli­ga­ties in uw portefeuille.

Er doen heel veel fabels en aannames de rondte over obli­ga­ties. Dat ze altijd super­vei­lig zouden zijn. Of dat ze nu, met de huidige nega­tieve ren­de­men­ten op veel obli­ga­ties, vol­strekt onin­te­res­sant zijn als beleg­gings­ob­ject. Niets is minder waar. Stoic houdt het graag bij de feiten en zet die over obli­ga­ties voor u op een rij.

Laten we eerst vast­stel­len wat een obli­ga­tie nu precies is. Een obli­ga­tie is fei­te­lijk een lening. Dat kan een lening aan een land zijn – denk aan Neder­landse staats­obli­ga­ties, maar dat kan ook een lening aan een bedrijf zijn – een bedrijfsobligatie. 

Als obli­ga­tie­hou­der krijgt u in theorie effec­tief ren­de­ment’, onder andere op basis van de rente die de lening­ne­mer (het betref­fende land of bedrijf) betaalt over de lening. Hoe beter de finan­ci­ële positie van de lening­ne­mer, hoe groter de kans dat men aan de finan­ci­ële ver­plich­tin­gen kan voldoen – dat wordt een hoge kre­diet­waar­dig­heid genoemd. Een hoge kre­diet­waar­dig­heid resul­teert in een lagere rente, een lage kre­diet­waar­dig­heid resul­teert in een hoge rente. Hoe lager de rente, hoe lager het ren­de­ment voor u als obli­ga­tie­hou­der is, en andersom.

Obli­ga­ties kennen allemaal ver­schil­lende loop­tij­den. De looptijd geeft aan hoelang het duurt voordat de lening zal worden terug­be­taald. Er zijn leningen met een looptijd van een aantal maanden, maar ook leningen die nooit zullen worden afgelost ( de zoge­naamde eeu­wig­du­rende obli­ga­ties’ of per­pe­tu­als’). Meestal is het zo dat hoe langer de lening loopt hoe meer rente er betaald wordt door het bedrijf of land aan wie de lening wordt ver­strekt. Immers: hoe verder weg het aflos­sings­tijd­stip ligt, hoe grote de onze­ker­heid of de lening wel kan worden afgelost. 

Obli­ga­ties kunnen dage­lijks worden aan­ge­kocht en verkocht op de finan­ci­ële markt. De koersen van de obli­ga­ties kunnen dan ook dage­lijks stijgen en dalen, net als dat bij aandelen het geval is. Dat is eigen­lijk best vreemd: hoe kan een de prijs van een lening waarvan de waarde vast staat, tóch schommelen? 

Twee aspecten spelen daarbij een belang­rijke rol: Het eerste aspect is de stand van de rente op de kapi­taal­markt (de markt waarop obli­ga­ties worden ver­han­deld). Als deze rente stijgt, dan daalt de koers van een obli­ga­tie en andersom. Dat wordt ver­oor­zaakt door het feit dat bij een stij­gende rente er nieuwe obli­ga­ties op de markt komen die meer ren­de­ment in de vorm van rente ople­ve­ren. Daarmee worden huidige obli­ga­ties, die dus eerder op een lagere rente zijn afge­slo­ten, minder inte­res­sant. Het tweede aspect is de kre­diet­waar­dig­heid van een land of bedrijf dat geld leent met behulp van een obli­ga­tie­le­ning. Naarmate de finan­ci­ële situatie van een land of bedrijf ver­slech­terd zal de waarde van de obli­ga­tie dalen en andersom. 

Het risi­co­mij­dende imago van obligaties

Als eigenaar van een obli­ga­tie ontvangt u effec­tief ren­de­ment’ op basis van de rente die het land of bedrijf betaald voor de lening die men ontvangt. Effec­tief ren­de­ment is het ren­de­ment dat jaar­lijks gere­a­li­seerd zou worden als de obli­ga­tie tot het einde van de looptijd wordt aan­ge­hou­den. Bij­voor­beeld: als het effec­tief ren­de­ment van een 5‑jaar obli­ga­tie 3% bedraagt, dan betekent dit dat het nu aankopen zal leiden tot een effec­tief ren­de­ment van 3% per jaar als de obli­ga­tie tot het einde van de looptijd wordt vast­ge­hou­den. U weet met een obli­ga­tie vooraf dus precies wat uw ren­de­ment zal zijn (mits u de obli­ga­tie tot het einde van de looptijd in por­te­feuille houdt). Bij aandelen moet u nog maar zien wat er gaat gebeuren. Daarom staan obli­ga­ties te boek als risi­co­mij­dend’.

Even een voor­beeld: stel dat u 100% van uw vermogen in aandelen heeft belegd. In geval van een beurs­krach zakt de waarde van uw complete port­fo­lio als een plum­pud­ding in elkaar. Als u echter 50% van uw port­fo­lio in risi­co­mij­dende staats­obli­ga­ties heeft belegd, dan blijft het ren­de­ment op dat obli­ga­tie-gedeelte gewoon wat het is: rentes worden betaald, plus de (koers)waarde van de obli­ga­tie stijgt door de toe­ne­mende vraag (want: bij een cras­hende aan­de­len­markt, vlucht men in obli­ga­ties). Zo zorgen obli­ga­ties voor een dempend effect op uw totale por­te­feuille-waarde. Vandaar het risi­co­mij­dende’ imago van obligaties.

Waarom dan niet enkel in obli­ga­ties beleggen? Wel zo veilig.

Dat zit zo: in de finan­ci­ële wereld geldt de uni­ver­sele waarheid dat ren­de­ment de prijs voor risico is: hoe minder risico u neemt, hoe lager het te ver­wach­ten ren­de­ment is. Andersom geldt: hoe meer risico u neemt, hoe groter de kans op een hoog ren­de­ment, maar ook hoe groter de kans op de totale mis­luk­king is. Risi­co­mij­dende obli­ga­ties, gene­re­ren gewoon­weg minder rendement. 

Als de hoogte van het ren­de­ment u niet zoveel kan schelen, dan is het prima om al uw geld in der­ge­lijke risi­co­mij­dende obli­ga­ties te beleggen. Zo heeft u de garantie dat u uw geld over X jaar gewoon weer op kan nemen. Staats­obli­ga­ties van landen met een gezond huis­houd­boekje zijn immers veiliger dan bij­voor­beeld een spaar­re­ke­ning bij een bank. Tijdens de kre­diet­cri­sis van 2008 hebben we gezien dat zelfs hele grote sys­teem­ban­ken zoals ABN Amro zonder staat­s­in­grij­pen gewoon waren omge­val­len. In dat geval zou al uw geld op de spaar­re­ke­ning bij zo’n bank sim­pel­weg in rook zijn opgegaan. Kortom: staats­obli­ga­ties zijn altijd ver­han­del­baar en garan­de­ren dus dat uw geld er nog is op het moment dat u het wilt gebrui­ken. In de finan­ci­ële wereld wordt ook wel gezegd: staats­obli­ga­ties zijn er niet voor return on the money’, maar voor return of the money’. 

Alleen: bijna iedereen is natuur­lijk wél geïn­te­res­seerd in een mooi ren­de­ment. Dat betekent dat er toch wat risico genomen moet worden door in aandelen te beleggen. Bij Stoic doen we dat alsnog relatief veilig, door niet in spe­ci­fieke aandelen, maar volledig gespreid in alle aandelen ter wereld te beleggen. Daarbij speelt uw beleg­gings­ho­ri­zon een cruciale rol.

De rol van de beleggingshorizon.

De beleg­gings­ho­ri­zon is de periode waarin u het geld dat u wilt beleggen écht kunt missen. Als u over bij­voor­beeld 3 jaar uw geld weer wilt gaan gebrui­ken, dan bedraagt uw beleg­gings­ho­ri­zon dus 3 jaar. Dat is in beleg­ger­s­land een relatief korte periode, waarin er in feite van alles en nog wat kan gebeuren op de beurs. De kans is best groot dat de aan­de­len­koer­sen na 3 jaar op een lager punt staan dan op het moment van instap­pen’, wat betekent dat u een negatief ren­de­ment zou behalen. Daarom doet u er bij een korte beleg­gings­ho­ri­zon goed aan om uw geld vooral in obli­ga­ties te beleggen, want dan weet u in ieder geval dat u uw geld toe­val­lig niet net verdampt is op het moment dat u het weer nodig heeft.

Als u uw geld voor een veel langere periode van 30 jaar kunt missen, dan is die kans op een negatief ren­de­ment met behulp van aandelen veel kleiner. Dan geldt immers: koersen kunnen van moment tot moment onvoor­spel­baar schom­me­len, waardoor er tus­sen­tijds momenten kunnen ontstaan waarop uw aandelen minder waard zijn dan de waarde op het instap­mo­ment. Geen paniek: gewoon sto­ï­cijns blijven zitten’ is het devies. Uit­ein­de­lijk groeit de wereld­eco­no­mie namelijk altijd, waardoor het tus­sen­tijdse verlies wordt goed­ge­maakt. Ander gezegd: hoe korter de beleg­gings­ho­ri­zon, hoe meer uw port­fo­lio uit risi­co­mij­dende obli­ga­ties zou moeten bestaan. 

Tot zover de basis­ken­nis over obli­ga­ties. Laten we nu wat dieper in gaan op de materie, waarmee we aan de huidige dis­cus­sie raken of obli­ga­ties nu wel of niet risi­co­loos zijn, of zelfs compleet onin­te­res­sant, vanwege de huidige nega­tieve ren­de­men­ten die ze genereren. 

Zijn alle obligaties risicoloos?

Iedereen denkt van wel, maar niets is minder waar: het risico van een obli­ga­tie hangt af van de kre­diet­waar­dig­heid van de betref­fende lening­ne­mer. De Neder­landse Staat is zeer betrouw­baar, in tegen­stel­ling tot de spreek­woor­de­lijke Zuid-Ame­ri­kaanse bana­nen­re­pu­bliek. En sommige bedrij­ven zijn kre­diet­waar­di­ger dan andere. Dit zie je terug in het ren­de­ment op de obli­ga­ties: hoe slechter de kre­diet­waar­dig­heid van de lening­ne­mer, hoe risi­co­vol­ler de obli­ga­tie, hoe hoger het ren­de­ment dat u ermee kunt gene­re­ren. Ren­de­ment is de prijs van risico, weet u nog?

Waarom mensen toch in risi­co­volle obligaties beleggen.

Hoe kan het dan dat beleg­gers toch in hele risi­co­volle obli­ga­ties stappen, terwijl men ver­on­der­stelt dat alle obli­ga­ties risi­co­mij­dend zijn’? Het antwoord is simpel: omdat onwe­tend­heid ervoor zorgt dat er vraag naar is. 

Even een voor­beeldje: een poten­tiele klant van Stoic spreekt de wens uit dat hij of zij toch echt wel 4% ren­de­ment wilt zien’. Bij Stoic ver­tel­len we zo’n klant dat dit alleen mogelijk is door volledig in aandelen te beleggen. Veilige obli­ga­ties dempen immers het risico, maar daarmee ook het ren­de­ment. De klant vindt het toch wel heel erg eng om alles op aandelen te zetten. Hij/​zij heeft inmid­dels wel begrepen dat aan­de­len­koer­sen zeer onvoor­spel­baar kunnen zijn. Dus legt men het probleem – wél 4% ren­de­ment, maar niet teveel risico als­tu­blieft – voor aan een andere ver­mo­gens­be­heer­der. Die vertelt ver­vol­gens doodleuk dat het wel degelijk goed mogelijk is om dat ren­de­ment te behalen, zelfs met een por­te­feuille die volledig uit obli­ga­ties bestaat! Dat klinkt natuur­lijk fan­tas­tisch. Obli­ga­ties zijn immers risi­co­mij­dend, toch?: Waar kan ik tekenen?” 

Wat u in zo’n geval moet weten is dat de ver­mo­gens­be­heer­der in kwestie het geld in zeer risi­co­volle obli­ga­ties belegt, die in feite net zo risi­co­vol zijn als aandelen. Tijdens de beurs­krach van 2008 zagen we bij­voor­beeld dat heel veel bedrij­ven die obli­ga­ties hadden uit­ge­ge­ven niet meer aan hun ver­plich­tin­gen konden voldoen. Mensen die dachten dat ze super­vei­lig zaten met hun por­te­feuille vol obli­ga­ties in die bedrij­ven, zagen ineens hun port­fo­lio­waarde met 30% dalen: alsof ze water zagen branden…

Rabobank Leden­cer­ti­fi­ca­ten

Het recente debacle met Rabo leden­cer­ti­fi­ca­ten is ook zo’n voor­beeld. Strikt genomen zijn Rabobank leden­cer­ti­fi­ca­ten wel­is­waar geen obli­ga­ties, maar dit product gedraagt zich wel het­zelfde: net zoals bij een obli­ga­tie krijgt u een gega­ran­deerd’ ren­de­ment in de vorm van dividend betaald door de Rabobank; een betrouw­bare partij. En dat ren­de­ment bedroeg maar liefst 6%! 

Echter, in maart 2020, aan het begin van de corona­cri­sis, vaar­digde de Europese Centrale Bank (ECB) een decreet uit dat banken hun divi­dend­be­ta­lin­gen moesten opschor­ten, om zo geld in kas te houden voor moge­lijke finan­ci­ële tegen­val­lers. Daar moest de Rabobank zich aan houden en stopte dus met de divi­dend­be­ta­lin­gen aan cer­ti­fi­caat­hou­ders. Al die mensen die dachten dat ze op een super­vei­lige manier een hoog ren­de­ment hadden gere­a­li­seerd, konden fluiten naar hun geld. 

De moraal van het verhaal: lang niet alle obli­ga­ties zijn risi­co­mij­dend. Als u ergens een (zeer) hoog ren­de­ment voor­ge­scho­teld krijgt met behulp van obli­ga­ties, bedenk dan dat ren­de­ment altijd de prijs is van risico. De betref­fende obli­ga­ties moet dus wel risi­co­vol zijn en kan niet gezien worden als een instru­ment om risico te vermijden.

De cou­pon­rente van een obli­ga­tie staat voor een gega­ran­deerd ren­de­ment. Maar op dit moment leveren obli­ga­ties een negatief ren­de­ment. Hoe kan dat nou?

Zoals in het begin van dit artikel al is toe­ge­licht: het totale ren­de­ment van een obli­ga­tie bestaat uit twee delen: de rente die op de lening wordt betaald (‘cou­pon­rente’) en de prijs van het ver­han­del­bare waar­de­pa­pier zelf. Die cou­pon­rente is jaar in jaar uit het­zelfde (mits de ach­ter­lig­gende partij dus aan de beta­lings­ver­plich­ting kan blijven voldoen). De waarde van het waar­de­pa­pier zelf kan echter variëren. Tijdens een recessie dalen de aan­de­len­koer­sen, waarmee de vraag naar veilige’ obli­ga­ties stijgt, bij­voor­beeld. Daarmee stijgt ook de waarde van het waar­de­pa­pier van die obli­ga­tie. Maar er is nog een derde vari­a­bele in het spel: de looptijd van de obligatie. 

Omdat het bij een obli­ga­tie om een ver­strekte lening gaat, hebben we te maken met een beperkte looptijd: de lening wordt immers op een vooraf afge­spro­ken moment afgelost. Dat is altijd zo bij leningen. Die aflos­sing is van­zelf­spre­kend precies het volledig geleende bedrag: de nominale waarde’. Dat betekent dat de ver­han­del­bare waarde van een obli­ga­tie net zoals bij een aandeel tus­sen­tijds kan stijgen of dalen , maar dat ‑ie op het einde van de looptijd van de betref­fende lening altijd terug­keert naar de nominale waarde. En daarin zit m de crux. 

Momen­teel staat de rente his­to­risch laag. Daarmee is de coupon-uit­ke­ring op obli­ga­ties die nu worden uit­ge­ge­ven helaas ook heel laag. Maar er zijn op dit moment nog obli­ga­ties ver­krijg­baar die lang geleden zijn gestart en dus nog steeds een hoge rente (coupon) uitkeren. U begrijpt: de vraag naar deze obli­ga­ties neemt hand over hand toe. Daarmee stijgt de waarde van het bij­be­ho­rende waar­de­pa­pier. Alleen: zulke oude’ obli­ga­ties met een hoge cou­pon­rente hebben nog maar een zeer beperkte res­te­rende looptijd. Dat heeft grote gevolgen voor het uit­ein­de­lijke ren­de­ment dat u ermee kunt realiseren. 

Een reken­voor­beeldje: we stellen de nominale waarde van een oude obli­ga­tie voor het gemak op 100 euro. De cou­pon­rente is jaar­lijks maar liefst 6% en de looptijd die nog resteert is 2 jaar. Na één jaar heeft u daarmee 106 euro gere­a­li­seerd en na twee jaar logi­scher­wijs 112 euro.

De ver­han­del­bare waarde van deze obli­ga­tie is inmid­dels gestegen naar 120 euro. Maar we weten dat de waarde bij afloop van de looptijd altijd terug­keert naar de nominale waarde van 100 euro. Ergo: als u dit waar­de­pa­pier nu koopt voor 120 euro, dan verliest u in twee jaar tijd gega­ran­deerd 20 euro. U had 12 euro verdient aan de coupons, dus per saldo verliest u 8 euro op deze obli­ga­tie. Dit bedrag wordt in de finan­ci­ële wereld yield to maturity’ genoemd en wordt uit­ge­drukt in een per­cen­tage. Het reken­voor­beeld laat zien dat dit dus negatief kan zijn: het gaat hier om een negatief ren­de­ment van ‑8%. Bij Stoic kijken we bij de aanschaf van obli­ga­ties eerst en vooral naar dit cijfer. 

Nu bedenkt u zich vast dat u de betref­fende obli­ga­tie weer snel zou kunnen verkopen voordat de waarde is terug­ge­keerd naar de nominale waarde. Maar dan bent u aan het spe­cu­le­ren op de koers, net zoals bij aandelen. En dat heeft staat lijn­recht tegen­over de rol die de obli­ga­tie heeft in uw beleg­gings­port­fo­lio: die van risicovermijder. 

Als het ren­de­ment op een obli­ga­tie negatief is, zoals nu veelal het geval, dan heeft het toch totaal geen zin om daarin te beleggen?

Sja, dat klinkt logisch. Maar als u niet in obli­ga­ties belegt, dan zit er niks anders op dan al uw geld in aandelen te beleggen. En daarvan weten we dat het nogal risi­co­vol is. Als u 100% zeker wilt weten dat uw vermogen nog in tact is op het moment dat u het op wilt nemen, dan zijn (veilige) obli­ga­ties nog altijd het verstandigste instrument. 

Simpel gesteld, als u 10 miljoen heeft, die u in obli­ga­ties belegt met een negatief ren­de­ment van 3%. Dan weet u weet zeker dat het na verloop van tijd 9,7 miljoen waard is. Zou u het allemaal in aandelen beleggen, dan riskeert u mis­schien wel dat het nog maar 6 miljoen waard is, of zelfs nog minder, in geval van een hevige crisis. Nogmaals: obli­ga­ties zijn er niet zozeer voor de return on the money’, maar voor return of the money’.

Vraag vrijblijvend een informatiepakket aan:

Ontdek onze visie en blijf op de hoogte van onze rendementen.

Neem nu een abonnement op onze maandelijkse nieuwsbrief: daarin ontdekt u onze stoïcijnse visie op actuele beleggingszaken en we delen elke maand onze rendementen met u. Zo ontdekt u zelf dat Stoic niet alleen goed is voor uw gemoedsrust, maar vooral ook voor uw geld.

Bedankt, uw aanmelding is verwerkt.

Waar kunnen we u mee helpen?

Bedankt voor uw vraag.

We hebben uw vraag ontvangen en komen zo snel mogelijk bij u terug.