Vandaag presenteerde de onafhankelijke vermogensbeheervergelijkingssite Finner.nl de rendementen van Nederlandse vermogensbeheerders tot en met september 2019. De rendementen zijn zeer goed. Een gemiddelde portefeuille, bestaande uit ongeveer 50% aandelen en 50% obligaties, liet een rendement zien van 12,7%. Dit na een negatief rendement van -5,6% in 2018. Veel klanten bij deze beheerders zullen tevreden zijn met de resultaten. Maar zijn deze resultaten ook te wijten aan de goede prestaties van de beheerders? Volgens ons kun je dat helemaal niet concluderen op basis van enkel een positief rendementscijfer, maar dat gebeurt wel. Er is in de wereld van vermogensbeheer wat ons betreft sprake van scorebordjournalistiek.
Wat is het geval: op basis van positieve rendementscijfers wordt er al snel geconcludeerd dat een vermogensbeheerder ‘het goed heeft gedaan’. Vergelijk dat eens met een voetbalteam dat met 3-0 heeft gewonnen: dat heeft het ook goed gedaan, toch? Maar wat blijft er over van die prestatie, als bij het terugkijken van de wedstrijd blijkt dat er 3x een eigen doelpunt is gemaakt door de tegenstander? Kortom: pas na een degelijke nabeschouwing kan er beoordeeld worden of het een knappe prestatie is geweest of niet. Dat geldt ook voor het beoordelen van de rendementen die vermogensbeheerders realiseren voor hun klanten.
Laten we wat verder kijken dan Finner.nl’s hoera-artikel over het gemiddelde rendementspercentage van 12,7% dat de Nederlandse vermogensbeheerders hebben behaald. Stel, we vergelijken die 12,7% rendement met een portefeuille bestaande uit 50% aandelen en 50% obligaties met eenzelfde portefeuille, maar dan een ‘passieve’ variant: eentje die simpelweg de markt (ook wel: ‘de index’) volgt. We kopen bijvoorbeeld in gelijke verhouding het Vanguard FTSE All World Index fonds (dit vormt dan de aandelen-component in de portefeuille) en het iShares European Aggregate Bond Index Fund (dit vormt dan de obligatie-component in de portefeuille). De kostenstructuur (o.a. fondskosten, service depotbank en transactiekosten) zal voor de doe-het-zelver rond de 0,55% liggen.
Het rendement van deze simpele portefeuille tot en met september 2019 is maar liefst 14,7%! Dat is 2% hoger dan het gemiddelde rendement van de Nederlandse vermogensbeheerders van 12,7%. Maar ho, wacht: een veelgehoorde verklaring is dat de beheerders iets behoudender zijn geweest: ze pakken expres niet al het opwaartse potentieel mee, om te voorkomen dat in minder goede beursjaren de dalingen te groot zijn.
Fair point. Maar dit zou dan moeten blijken uit de resultaten van 2018, toen de beurzen aan het einde van het jaar fors daalden. Onze simpele ‘passieve’ portefeuille met twee fondsen behaalde dan ook een negatief rendement in 2018: -2,6%. Maar de Nederlandse groep vermogensbeheerders scoorden een nog veel slechter rendement, namelijk: -5,6%. Een verschil van 3%!
En dus is het verschil tussen onze eenvoudige ‘passieve’ indexportefeuille en het gemiddelde van alle Nederlandse vermogensbeheerders na 1 jaar en 9 maanden opgelopen tot 5,32%. Op een portefeuille van 500.000 euro is dat een kostenpost van 26.700 euro. Oei. Dat is dus bij nader inzien toch niet zo’n goede prestatie…
Dit valt te wijten aan twee zaken. Ten eerste ligt dit aan de hoge kosten die de gemiddelde Nederlandse vermogensbeheerder rekent: die drukken op het rendement. En ten tweede wordt dit veroorzaakt door de veelal actieve beleggingsstrategie: men stapt voortdurend in of uit bepaalde aandelen, op basis van eigen voorspellingen van het koersverloop. Best kostbaar dus, deze vorm van waarzeggerij. Wat is dan in godsnaam nog de toegevoegde waarde van een vermogensbeheerder? Als u een beetje handig bent met beleggen, dan kunt u de twee indexfondsen uit ons voorbeeld hierboven ook prima zelf aanschaffen bij de bekende platformen. Klaar is kees.
Volgens ons zijn er twee belangrijke redenen om toch een vermogensbeheerder in de arm te nemen. Ten eerste: kosten. Bij grotere vermogens vanaf 1 miljoen, zijn de kosten bij Stoic ongeveer hetzelfde als wanneer u het zelf zou doen. Daar hoeft u het niet voor te laten. Toch zijn we bij Stoic geen charitatieve instelling. We verdienen er alsnog wat aan, omdat we een heleboel klanten bedienen en zo inkoopvoordeel kunnen afdwingen. U blij, wij blij. Bij wat kleinere vermogens van bijvoorbeeld 500.000 euro betaalt u bij ons relatief wel meer kosten dan als u het zelf zou doen: 0,82% versus 0,55% voor de doe-het-zelver. Op een vermogen van 5 ton is dat dus 1350 euro per jaar meer dan als u het helemaal zelf zou doen. Dat scheelt weliswaar iets, maar het is toch van een geheel andere orde dan de hierboven benoemde 26.700 euro misgelopen rendement in 21 maanden, want omgerekend ongeveer 1270 euro per maand is!
Er is echter nog een veel belangrijkere reden om toch een beheerder in de arm te nemen: de meeste mensen zijn niet in staat om hun eigen emoties in bedwang te houden. Als de beurzen kelderen, hebben de meeste mensen toch de neiging om ‘even uit te stappen’, terwijl keer op keer wordt beween dat ‘gewoon blijven zitten’ veel verstandiger is. En mooie winsten worden graag snel afgeroomd, terwijl we dat geld juist goed kunnen gebruiken om eventuele tegenvallende periodes ‘uit te zitten’.
Bij Stoic blijven we als vermogensbeheerders zoveel mogelijk stoïcijns. We laten ons niet afleiden door de waan van de dag en vormen een buffer tussen uw vermogen en uw emotionele keuzes. Maar dit werkt alleen als we met behulp van indexfondsen met lage kosten simpelweg de markt volgen en verder zo min mogelijk handelen. Dat is dan ook precies wat we doen.
Als u toch in voorspellingen wilt geloven: doe het dan vooral zèlf. Dan kunt u achteraf alleen uzelf de schuld geven, mochten de voorspellingen onverhoopt niet uitkomen. Het zou jammer zijn als u uw lot in handen legt van een vermogensbeheerder wiens voorspellingen meestal ook niet uitkomen, maar die zich er desondanks vorstelijk voor laat betalen.